Verbintenis tot tenlasteneming (kort verblijf) - bijlage 3bis

Een vreemdeling die zich voor een kort verblijf (maximum 90 dagen) naar België begeeft, moet bewijzen dat hij beschikt over voldoende bestaansmiddelen, zowel voor de duur van het beoogde verblijf als voor de terugkeer naar het land van herkomst.

Een vreemdeling die niet over voldoende persoonlijke bestaansmiddelen beschikt, of die geen geldige
bewijsstukken kan voorleggen, kan een beroep doen op een garant. Deze garant stelt zich financieel verantwoordelijk voor de kosten van gezondheidszorg, verblijf en repatriëring voor de vreemdeling en dit voor een periode van twee jaar.

Procedure

Ondertekening bij de gemeente

De garant vult de verbintenis tot tenlasteneming in (origineel en recto verso afgedrukt). Een blanco exemplaar is te verkrijgen bij het onthaal of de dienst Burgerzaken van de gemeente.

De garant laat zijn handtekening door de gemeente legaliseren. 

Het verdere verloop van de procedure verschilt naargelang je visumplichtig bent of niet. 

Niet-visumplichtig

Als je niet-visumplichtig bent, dan legt de garant aan de gemeente voor:

  • een kopie van zijn Belgische identiteitskaart of zijn verblijfskaart van onbeperkte duur,
  • bewijzen van zijn bestaansmiddelen (loonfiches i.g.v. werknemer of het laatste aanslagbiljet i.g.v. zelfstandige) en
  • zijn attest van gezinssamenstelling (deze kan u hier aanvragen)

De gemeente stuurt de gelegaliseerde tenlasteneming en de documenten naar de dienst vreemdelingen zaken (DVZ) die de financiële draagkracht van de garant beoordeelt. DVZ kan de verbintenis tot tenlasteneming aanvaarden, weigeren of niet conform (onontvankelijk) verklaren. DVZ stuurt de verbintenis tot tenlasteneming terug naar de gemeente die de beslissing van DVZ betekent aan de garant (wachttijd: +/- 8 weken). 

Bij een positieve beslissing van DVZ nodigt de gemeente de garant uit om de goedgekeurde bijlage 3bis af te halen. De garant maakt vervolgens de goedgekeurde tenlasteneming over aan de genodigde.

De genodigde heeft 6 maanden de tijd om naar België te komen, te rekenen vanaf de datum die vermeld staat op de tenlasteneming. Na 6 maanden wordt de verbintenis tot tenlasteneming niet meer beschouwd als een geldig bewijs van voldoende bestaansmiddelen.  

Als DVZ oordeelt dat de garant niet over voldoende bestaansmiddelen beschikt, weigert DVZ de tenlasteneming. 

Visumplichtig

Als je visumplichtig bent, dan legt de garant aan de gemeente voor:

  • een kopie van zijn Belgische identiteitskaart of zijn verblijfskaart van onbeperkte duur,
  • bewijzen van zijn bestaansmiddelen (loonfiches i.g.v. werknemer of het laatste aanslagbiljet i.g.v. zelfstandige) en
  • zijn attest van gezinssamenstellin (deze kan u hier aanvragen)

De gemeente legaliseert de handtekening van de garant en geeft deze terug aan de garant om door te sturen naar de genodigde.

Alleen als België geen diplomatieke post in het herkomstland heeft, stuurt de gemeente alle documenten door naar DVZ.

De genodigde heeft 6 maanden vanaf de datum van legalisatie op de gemeente om zich naar de (Belgische of Schengen)post te begeven en met de bijlage 3bis een visumaanvraag in te dienen. Na 6 maanden wordt de verbintenis tot tenlasteneming niet meer beschouwd als een geldig bewijs van voldoende bestaansmiddelen.

De Belgische post kan de verbintenis tot tenlasteneming aanvaarden als bewijs van voldoende bestaansmiddelen maar kan deze niet weigeren. De beslissing om een verbintenis tot tenlasteneming te weigeren wordt altijd genomen door DVZ.

Meebrengen

  • identiteitskaart of verblijfskaart
  • bewijs van voldoende bestaansmiddelen 
  • de volledig en correct ingevulde tenlasteneming (bijlage 3 bis)

Bedrag

Gratis

Contactinformatie