Sociale toeslag bij de kinderbijslag

De toeslag voor langdurig werklozen en (brug)gepensioneerden (ouderdoms- of overlevingspensioen) is een toeslag waar u recht op hebt als volledig werkloze met een uitkering, deeltijds werkende met een uitkering en (brug)gepensioneerde.

Als langdurig werkloze of als (brug)gepensioneerde hebt u recht op de toeslag voor

  • kinderen in uw gezin
  • (stief)kinderen die bij hun andere (stief)ouder wonen
  • geplaatste kinderen, onder bepaalde voorwaarden.

Vanaf 1 januari 2019, gaat deze toeslag op in het nieuwe kinderbijslagsysteem: het groeipakket.

Voorwaarden

Uw totale gezinsinkomen mag niet hoger liggen dan een bepaald maximumbedrag. Dit bedrag hangt af van de gezinssituatie. Op de website van Famifed vindt u meer informatie over de verschillende bedragen.

Procedure

U kunt de voorlopige toeslag aanvragen bij het kinderbijslagfonds dat uw gewone kinderbijslag betaalt. Zij zullen u een formulier S bezorgen om in te vullen.

De toeslag wordt toegekend vanaf de zevende maand van de werkloosheid. De kinderbijslag wordt telkens de maand nadien uitbetaald. De wachttijd geldt niet voor pensioenen (ouderdoms- of overlevingspensioen). 

Als u opnieuw gaat werken kunt u het recht op de toeslag nog voor maximaal 8 kwartalen behouden, als uw gezinsinkomen lager is dan het grensbedrag om een toeslag te ontvangen.

Terugvordering van de voorlopige toeslag is mogelijk wanneer u met het formulier S verkeerde gegevens hebt opgegeven of wanneer uw gemiddelde belastbare beroepsinkomsten en/of uitkeringen in de loop van het jaar wijzigen. 

Meebrengen

Bedrag

Kind Bedrag
1ste kind

47,81 euro

2de kind

29,64 euro

Vanaf het 3de kind 5,20 euro

Als de ouder die het kind opvoedt ook in aanmerking komt voor de eenoudertoeslag, verschilt enkel het bedrag voor het derde en volgende kind. Voor dat kind bedraagt de toeslag 23,90 euro.

De leeftijdsbijslag voor het oudste kind wordt bij gezinnen die recht hebben op een sociale toeslag niet gehalveerd of geblokkeerd.

Uitzonderingen

Regelgeving