Kinderbijslag

De kinderbijslag was de naam voor de maandelijkse bijdrage in de kosten voor de opvoeding van een kind.

Op 1 januari 2019 trad het Groeipakket in werking. Dit is de nieuwe naam voor de kinderbijslag, maar omvat ook nog veel meer.

Voorwaarden

Vanaf 1 september van het jaar waarin een kind 18 wordt tot en met de maand waarin het 25 wordt, is er onder bepaalde voorwaarden recht op kinderbijslag:

  • Secundair onderwijs
    • uw kind volgt voltijds secundair onderwijs, onderwijs met een beperkt leerplan, of een ondernemersopleiding
    • uw kind volgt volwassenenonderwijs (het vroegere onderwijs voor sociale promotie) voor minstens 17 uur per week
    • uw kind volgt een van de types van het deeltijds secundair onderwijs, of een erkende opleiding aan een centrum voor alternerend onderwijs en het inkomen of de sociale uitkering bedraagt niet meer dan 551,89 euro bruto per maand
    • uw kind volgt buitengewoon onderwijs
  • Hoger onderwijs
    • uw kind is ingeschreven volgens de bachelor-masterstructuur (BAMA) in één of meer instellingen voor hoger onderwijs, volgt daarin een of meerdere opleidingen, en is ingeschreven voor minstens 27 studiepunten.
    • uw kind werkt aan een eindverhandeling hoger onderwijs
    • uw kind volgt een doctoraatsopleiding voor minstens 27 studiepunten (studiepunten voor de redactie van een doctoraatsverhandeling tellen niet mee)
    • uw kind volgt volwassenenonderwijs (het vroegere onderwijs voor sociale promotie) voor minstens 27 studiepunten (specifieke lerarenopleiding) of 13 uur per week (hoger beroepsonderwijs)
  • Werkzoekende schoolverlater
    • uw kind is gestopt met studeren, maar is ingeschreven als werkzoekende (maximaal 360 dagen recht op kinderbijslag).

Studerende kinderen of werkzoekende schoolverlaters verliezen hun recht op kinderbijslag als ze te veel werken of te veel verdienen.

  • Een kind dat deeltijds onderwijs volgt, via een leercontract werkt, of een werkzoekende schoolverlater is mag niet meer verdienen dan 551,89 euro per maand (bruto).
  • In alle andere gevallen mag een kind de hele zomervakantie tussen twee school- of academiejaren onbeperkt werken. Tijdens het school- of academiejaar of in de laatste zomervakantie van zijn studies mag uw kind maximaal 240 uren per kwartaal werken.

Procedure

De kinderbijslagfondsen hebben voor studerende kinderen tussen 18 en 25 een inschrijvingsattest nodig als bewijs dat ze onderwijs volgen. Als u uw kinderbijslagfonds niet kent, kunt u dit vragen aan

  • uw werkgever
  • uw laatste werkgever, als u werkloos, ziek of met pensioen bent
  • uw sociaal verzekeringsfonds of FONS, als u zelfstandige bent
  • FONS, als u in het onderwijs of een overheidsinstelling werkt, als u grensarbeider, kunstenaar, of student bent, of als u nooit gewerkt hebt.

De basiskinderbijslag wordt maandelijks uitbetaald, ten laatste op de 8ste van elke maand, volgend op de maand waarop u recht op kinderbijslag hebt.

Meebrengen

Bedrag

Kind Bedrag per maand
1ste kind

93,93 euro per maand

2de kind

173,80 euro per maand

Vanaf het 3de kind

259,49 euro per maand

Bovenop de kinderbijslag kunnen er toeslagen betaald worden afhankelijk van de situatie van het kind en die van de ouders.

In de maand juli wordt de kinderbijslag aangevuld met de jaarlijkse bijslag, een extra premie voor ouders om de kosten bij het begin van het nieuwe schooljaar te verlichten.

Uitzonderingen

Regelgeving